Zoeken op soortnaam:
Soortenlijst
|
|
Depressaria ultimella
Stainton, 1849
Moerasschermplatbuik
|
« Vorige
| Volgende »
|
Afbeeldingen Adult. © Stichting Tinea Nomenclatuur| Sinds 1851 in Nederland gebruikte wetenschappelijke namen | De Graaf & Snellen 1866: 342, Tineina nr. 096 Depressaria ultimella Sta.
Snellen 1882: 602-603, Depressaria ultimella Staint.
Lycklama à Nijeholt 1927: 19, nr. 3308 Depressaria ultimella Stt.
Lempke 1976: 24, Depressaria ultimella Stainton, 1849
Kuchlein 1993: 208, nr. 376 Depressaria ultimella Stt., 1849
Kuchlein & De Vos 1999: 52, nr. 0438 Depressaria ultimella Stainton, 1849
Kuchlein & Bot 2010: 40, nr. 240291 Depressaria ultimella Stainton, 1849
| | |
Oecologie | | Geografische verspreiding | | | | Nederland | | Voor het eerst uit ons land vermeld door De Graaf & Snellen (1866: 342), waarbij slechts één locatie zonder reserves wordt genoemd, namelijk 's-Hertogenbosch (NB). Het jaartal ontbreekt, maar de vlinder zal, ruw geschat, uit rond 1860 stammen. De vlinder bevond zich toen in de collectie van H.W. de Graaf, maar is waarschijnlijk verloren gegaan. De Graaf bezat bovendien twee afgevlogen exemplaren, “welke ook tot ultimella schijnen te behoren”(l.c.: 342) en die gevangen waren te Noordwijk en Katwijk (beide ZH). Dat klinkt niet overtuigend. Ook deze vlinders zijn waarschijnlijk verloren gegaan. Toch vermeldt Snellen in zijn boek (1882: 602-603) de provincie Zuid-Holland bij Depressaria ultimella op basis van deze twee vondsten. Nu verificatie vrij zeker niet meer mogelijk is, lijkt het beter deze beide records te schrappen. In Naturalis bevindt zich een exemplaar dat op 17.VIII.1866 te Rotterdam (ZH) gevangen is, d.w.z. twee maanden na het verschijnen van de bovengenoemde publicatie van De Graaf & Snellen (1866). | | |
[Kaart in de NDFF Verspreidingsatlas]
| | | | Noordwest-Europa | 
[download kaart als pdf] |
|